Ringverslag 14 april 2004



Op een woensdag naar de Ring waarbij de baan slechts van 17.45 - 19.30u open is? Waarom? Omdat mijn 205 nog bij de Ring stond met een kapotte bobine. Aangezien er af en toe ook nog gewerkt moet worden, konden wij (Rens en ik) pas rond 17.00u vanuit Asten vertrekken. In Venlo even snel naar de Mac en toen met 180-200 in de Primera richting Ring waar we om 19.00u aankwamen.

Het was erg rustig met in totaal zo’n 15 auto’s en 10 motoren op de parkeerplaats. Eindelijk kon ik dan de jaarkaart die ik afgelopen zondag al gekocht had gebruiken. Het was mijn eerste ronde met de 131 PK leverende Primera dus uiteraard hebben we het rustig aan gedaan. Het onderstel van de Primera is ontwikkeld op de Nordschleife dus dat zou wel goed moeten zitten. Door het t.o.v. de 205 hoge wagengewicht van 1230 kilo is de acceleratie een stuk minder, maar in de bochten ligt de Primera verrassend goed. Opvallend was dat het met de Nissan allemaal zo makkelijk gaat. Insturen en de auto volgt zijn koers. De 205 hobbelt bij wijze van spreke als een dolle door de bochten en wil allerlei uitstapjes maken naar plaatsen waar ik niet wil zijn.

Net voor Bergwerk kwam een Elise met groot snelheidsverschil vanachter aanzeilen. Bij het terugschakelen spuugde hij grote vlammen uit zijn uitlaat. In een glimp konden we zien dat er 220 R achterop stond. "Dat zal toch niet voor het aantal PK's zijn" dachten wij toen. Op Kesselchen liep hij uiteraard als een dolle bij ons weg, maar het mooiste waren toch wel wederom de vlammen die uit beide uitlaten naar buiten kwamen bij het opschakelen. Net voor de steilstreckecurve kwam nog een witte 964 voorbij die er flink de sokken in had zitten, maar dat was dan ook alles deze ronde.

Uiteraard hebben we de remmen in deze eerste ronde wat gespaard omdat we niet echt wisten hoe ver het standaard Nissan-systeem bestand is tegen dit soort capriolen. Hij bleef goed remmen en omdat het wel lekker ging hebben we er direct maar een 2e ronde achteraan geplakt voordat de baan dicht zou zijn. De snelheid ietsjes opgevoerd maar niet al te veel aangezien ik ook nog met deze auto huiswaarts wilde keren. Een engelse Almera dCi kwam ons voor Hatzenbach als een dolle voorbij vliegen en even later volgde nog een Fabia RS. De rest van de ronde verliep rustig zonder verkeer en ook zonder publiek. Een vrij unieke Ring-ervaring. Als laatste van de dag kwamen we voldaan van de baan af. Naast de groene Elise bevond zich ook nog een gele Elise op de parkeerplaats.

De parkeerplaats was nog steeds verlaten dus ben ik maar foto’s gaan schieten die wellicht nog ooit van pas komen op de site. De retesnelle Elise stond er ook dus daar zijn we maar naar toegelopen. Even een kort gesprek gehad met de eigenaar. Het was een Elise 220 R voorzien van een 220 PK leverende Honda Type-R blok. Met een gewicht van iets meer dan 800 kilo schiet dat apparaat uiteraard vooruit. Naast eeen GT3 is dit volgens mij ook een ultieme Ringtoy. De eingenaar vertelde dat het wel even wennen was aangezien dit de eerste keer met de 220 PK was. Voorheen lag er een 160 PK Rover-blok in. Het interieur is uiteraard ook back to basic met een mooi Stack-dashboard erin.

Na wat foto’s gemaakt te hebben van de Elise was het tijd om de 205 op te halen bij Ron Simons. De 205 liep (zoals verwacht) gewoon op vier cylinders na het starten. Dat was best lastig aangezien we nu nog niet wisten welke van de vier bobines kapot was. We hebben toen besloten om maar gewoon te gaan rijden en te zien waar het schip strand.

Dat was na 15 km op de A1. Van het ene op het ander moment liep hij weer op drie cylinders. Na 2 km volgde de eerste afslag en toen was het sleuteltijd. Gelukkig was het nog enigszins licht waardoor we niet aangewezen waren op de zaklamp. De auto hebben we stationair laten lopen zodat we zeker wisten dat hij op 3 bleef lopen. 8 boutjes van het kapje boven de bobines losgemaakt en één voor één de bobines losgetrokken. Bij de eerste twee bleef ging hij over op twee cylinders, maar bij de derde bobine bleef hij op drie cylinders lopen. We hadden de boosdoener te pakken. Andere bobine erop, starten en daar waren de vier cylinders weer. Kapje erop en na in totaal 15 minuten sleuteltijd konden we onze weg weer vervolgen.

De A1 het was uitgestorven dus 180 was een aardig tempo. Op de A61 werden we verrast door een rotte Uno die ons met die snelheid nog voorbij kwam zetten. Het moet niet gekker worden daar in Duitsland.  Ik reed met de 205 voorop en op een gegeven moment passeerde een nieuwe A4 cabrio 3.0. Hij moest vaart minderen voor ander inhalend verkeer dus ik besloot om eens te kijken of ik deze 220 PK leverende en > 1500 kilo wegende wagen bij kon houden. De auto voor de A4 ging aan de kant en toen kon het gas erop. Ik kon hem eenvoudig bijbenen, maar dat zal mede te wijten zijn aan het slipstreamvoordeel. Toen mijn 205 de toerenbegrenzer in liep (iets van 235 op de teller) heb ik het voor gezien gehouden. Ik vraag me af hoe de bestuurder van de A4 zich voelde. Toch lullig als zo’n oud barrel van een 205 op je kont zit. Verbazingwekkend was dat Rens in de Primera niet eens zo veel achter bleef. 215 had hij op de Jappanse klokkenwinkel gezien.

Om 22.00u waren we weer thuis en was het tijd voor een kop koffie. In 5 uurtjes toch op en neer naar de Ring geweest, gegeten, twee rondes Ring gedaan en een bobine vervangen. Geen slechte avondvulling dachten wij.